Als de jaarlijkse energierekening op de mat valt, kijken de meeste mensen meteen naar het totaalbedrag. Maar wat houden die termen en bedragen eigenlijk in?
Onderaan de afrekening wordt duidelijk of men iets terugkrijgt of juist moet bijbetalen. Controleren of de rekening wel klopt, blijft lastig. Hoe komt men aan dat totaal? En aan wie wordt eigenlijk betaald? Uitleg over de energierekening kan daarom van pas komen. De tips moeten het bedrag onderaan de streep omlaag brengen.
Niet alle nota’s zien er hetzelfde uit, maar meestal zijn ze verdeeld in een aantal posten.
1. Leveringskosten: de kosten van de stroom en het gas die daadwerkelijk zijn verbruikt. De kosten bestaan uit het tarief, dat per kWh stroom en m3 gas geldt, en het vastrecht. Dat is een bedrag dat je onafhankelijk van het verbruik elke maand betaalt voor stroom en gas.
Tip: sommige leveranciers hebben (relatief) lage tarieven, maar een (relatief) hoog vastrecht. Of andersom. Kijk dus nooit alleen naar de tarieven, maar bereken wat de totale kosten bij een leverancier zouden zijn. Over het algemeen zullen weiniggebruikers goedkoper af zijn bij een leverancier met hoge tarieven en een laag vastrecht en geldt voor veelgebruikers het omgekeerde. De meeste energievergelijkingssites, zoals die van de Consumentenbond, berekenen een totaalbedrag.
2. Transport- of netwerkkosten: de kosten die de netbeheerder berekent voor het gebruik en onderhoud van het netwerk. De kosten worden door de energieleverancier geïnd. Hij geeft ze door aan de netbeheerder. Onder deze kostenpost staan vaak ook de kosten voor meterhuur en de meetdienst. Deze kostenpost maakt ongeveer 17% van de totale nota uit.
Tip: de kosten voor transport- en netwerk liggen vast, net als de netbeheerder. Men kan hiervoor niet overstappen. Controleer op de nota of de kosten juist zijn. Zo niet, dan kan de leverancier hierop aangesproken worden.
3. Belastingen: de leverancier brengt nog meer kosten in rekening die hij doorsluist: belastingen en heffingen.
– Energiebelasting (per kWh stroom en per m3 gas berekend)
– Korting op de energiebelasting (vast bedrag per huishouden)
– Opslag duurzame energie (per kWh stroom en per m3 gas berekend)
– Btw (berekend over alle kosten voor levering, transport en netwerk, meterhuur en energiebelasting).
– Deze kostenpost beslaat ongeveer 40% van de rekening.
Tip: de tarieven hiervoor liggen vast, maar zijn grotendeels gekoppeld aan het verbruik. Wie minder energie gebruikt, betaalt minder belasting.
4. Overige kosten en overzichten: hier staat bijvoorbeeld wat afgelopen jaar het verbruik aan stroom en gas was. En hoeveel er al is betaald aan voorschotbedragen. Dit wordt verrekend met hoeveel er is verbruikt. Vaak wordt het bedrag dat de klant terugkrijgt of nog moet bijbetalen verrekend met het eerstvolgende voorschotbedrag.
Tip: wie binnen een jaar overstapt, en vlak na de winter, moet mogelijk bijbetalen. Er is dan namelijk niet voldoende aan voorschotbedragen betaald. Elke maand betaalt de klant hetzelfde voorschotbedrag. Dit is in de zomer meer dan er wordt verbruikt en in de winter minder. Men bouwt als het ware een spaarpotje op voor de dure wintermaanden. Maar wie na de winter overstapt, zonder een heel jaar voorschotbedragen te hebben betaald, heeft zijn spaarpot nog niet genoeg gevuld. Het verschilt moet alsnog betaald worden.
Bron: NU.nl